Skip to content

Meer of minder democratie?

In aanloop naar de regionale verkiezingen van 2019 is Brussel een nieuw burgerinitiatief rijker: “Eén Brusseleir, één stem!”. De inzet? Het debat over het stemrecht voor niet-Belgen op de agenda plaatsen. Niet-Belgen mogen vandaag al stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen, maar dit initiatief wil dit recht uitbreiden tot de regionale verkiezingen.

Sinds Michel-I is de democratie opnieuw een waar strijdperk. Federale ministers en staatssecretarissen treden de scheiding der machten met de voeten. Zelfs de grondwet behandelen ze als een vodje papier. Aan de overzijde verzetten de democratische krachten zich. Het laatste wapenfeit in deze democratische strijd is een burgerpetitie die pleit voor het stemrecht van niet-Belgen bij de volgende Brusselse regionale verkiezingen. Dit recht niet toekennen, zou 310 000 Brusseleirs (220 000 EU- en 90 000 niet-EU-burgers) oftewel 1/3 van al haar inwoners uitsluiten van het democratische proces. Maar waar gaat dit juist over?

Sinds 1996 (EU-burgers) en 2004 (niet EU-burgers) mogen ook niet-Belgen stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Zo kunnen alle inwoners van een gemeente mee beslissen over kwesties die een directe invloed op hun dagelijks leven hebben. Het gaat hier bijvoorbeeld over onderwijs, jeugdwerking, groenbeheer of openbare ruimte. Toch moeten we vaststellen dat slechts weinig niet-Belgen van hun stemrecht gebruik maakten. Een gebrek aan interesse? Middenveldorganisaties zoals Objectief wijzen vooral op het gebrek aan uitleg en ondersteuning vanuit de gemeentes. De betrokkenen weten dus gewoonweg niet dat ze de mogelijkheid hebben om te stemmen.

Is het dan wel nodig om het stemrecht uit te breiden? Het argument is simpel, maar krachtig. De institutionele rariteit die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is, vormt een probleem: net als bij de gemeentelijke bevoegdheden, hebben ook de gewestelijke bevoegdheden een directe invloed op het dagelijkse leven van al haar inwoners. Vooral in het Brussels Gewest is de opsplitsing tussen beide soorten bevoegdheden – gemeentelijke en regionale – absurd. Deze uitbreiding van het stemrecht voor niet-Belgen naar het gewestelijk niveau is dus een logische aanvulling op het reeds bestaande stemrecht.

Bovendien is deze maatregel een wapen in de strijd tegen de verdeel-en-heers politiek van rechts. Het discours dat verschillende groepen tegen elkaar opzet, weerklinkt steeds vaker in de publieke debatten. Hierbij wordt verweten dat ‘men’ zich niet wil integreren in onze maatschappij. Soms gaat het over moslims, dan weer over migranten of ‘vreemdelingen’. De boodschap die hier verstuurd wordt, is dat bepaalde groepen hier niet thuishoren. Maar de realiteit is anders: ondanks het feit dat een fundamenteel recht zoals het stemrecht ontkend wordt, nemen leden van alle verschillende nationaliteiten en afkomst deel aan het samenleven in de stad.  

Ons standpunt is dat één van de antwoorden op de sociale noodtoestand van onze hoofdstad niet minder, maar méér democratie is. Iedereen die in onze stad leeft, zou mee moeten beslissen over welke richting we op gaan. Dit stemrecht voor alle inwoners plaatsen wij in een bredere visie op het recht op de stad, waarbij ook andere rechten – zoals het recht op wonen, werk, gezondheid, cultuur of diversiteit – horen. Maar net als de stad, stoppen deze rechten niet aan een fysieke grens. Ook elders in het land moet de democratie verdiept in plaats van uitgehold worden.