Skip to content

Investeringen nodig om onderwijs te garanderen

In Brussel hebben 2275 leerlingen zich aangemeld voor een plaats in het eerste secundair van het Nederlandstalig onderwijs. 650 leerlingen hebben voorlopig geen plaats. Een triest record. Maar ook 500 leerlingen vonden geen plaats in het Franstalig onderwijs. "De Vlaamse en Franstalige Gemeenschap kunnen het recht op onderwijs niet garanderen." volgens jan Busselen. PVDA eist een noodoplossing voor de situatie door een inventaris te maken van leegstaande gebouwen en containerklassen te installeren. Op middellange termijn moeten er meer investeringen komen in infrastructuur en vorming. Gelijktijdig is een herziening van de vrije schoolkeuze een essentieel element om komaf te maken met de tien jaar durende problematiek van gebrek aan plaats in het Brussels onderwijs.

Het probleem sleept al jaren aan. Vroeger werd er gekampeerd voor de schoolpoort. Vandaag bepaalt een loterijsysteem welk kind welke school krijgt toegewezen. De ellelange wachtrijen zijn nu digitaal, het tekort aan plaatsen verergert.

De grootste boosdoener is uiteraard het tekort aan scholen: een nijpend capaciteitsgebrek bij Nederlandstalige en Franstalige scholen in Brussel. De bouwplannen voor scholen zijn er, maar genoeg investeringen om het te voorziene gebrek aan plaatsen te voorkomen is er niet. Een bijkomende bezorgdheid is of de bouw van de scholen met de huidige samenwerkingen tussen overheid en privépartners (PPS-constructies) snel en efficiënt zullen voorlopen. Ze vallen duurder uit en in Vlaanderen konden deze PPS-constructies niet het beloofde aantal scholen binnen de afgesproken termijnen afleveren. Ondertussen zijn vele ouders verplicht om hun kind in te schrijven in de Brusselse Rand of het Franstalige onderwijs. Maar die scholen botsen ook tegen hun maximumlimieten. Ook kinderen in Franstalige scholen moeten uitwijken naar de rand. En zelfs in de rand wijken leerlingen uit naar centrumsteden verder van Brussel.

In afwachting van een duurzame langetermijnoplossing, moeten nu een aantal maatregelen worden genomen volgens PVDA. "We moeten containers plaatsen, daar waar kan, leegstaande gebouwen opeisen en opknappen, om er voor te zorgen dat alle kinderen een stoel hebben. Tegelijkertijd moet de school van kwaliteitsvolle schoolgebouwen in een stroomversnelling terecht komen. De containers mogen in geen geen geval een “definitieve voorlopige” oplossing worden." zegt Jan Busselen, Brussels parlementslid voor PVDA.

Een tweede probleem is dat er maar een beperkt aantal scholen populair zijn. Vele ouders willen hun kinderen inschrijven in een handvol scholen. Oorzaak is de quasi-markt waar het onderwijs zich in bevindt. "Ouders "kiezen" een school en scholen "verkopen" zichzelf als product. Ze passen hun communicatiestrategie aan aan het type ouders dat ze binnen willen hebben." zegt Busselen. De omvorming van een brede eerste graad heeft die tendens niet kunnen ombuigen. In de nieuwe brede eerste graad krijgen alle leerlingen (B-stromers uitgezonderd) de eerste twee jaar hetzelfde type en hetzelfde niveau van onderwijs. Vanaf het derde middelbaar kiezen leerlingen dan voor meer specifieke richtingen. Busselen: "Scholen die vanaf de tweede graad enkel ASO richtingen aanbieden zullen zichzelf op een andere manier zichzelf verkopen dan scholen die zowel ASO, TSO als BSO aanbieden." Ook al tijdens de inschrijvingsperiode voor het eerste jaar. En zo krijgen ouders de idee dat de ene school beter is dan de andere. En welke ouder wil zijn kind niet inschrijven in een goede school?" De hervorming is een stap in de goede richtin, maar op deze manier wordt de idee van de brede eerste graad een lege doos volgens het PVDA-parlementslid.

PVDA wil de gemeenschappelijkheid tussen de verschillende scholen versterken om tot een minimumkwaliteit te komen die elke ouder het vertrouwen geeft dat alle scholen goede scholen zijn. De huidige hervorming vraagt echter meer investeringen. "Geld voor hout- en metaalbewerkingmachines in scholen met voorheen enkel theoretische richtingen, of voor onderzoekslaboratoria in scholen met voorheen enkel beroepsrichtingen is essentieel." zegt Busselen. Een volgende stap is dan de invoering van een polytechnische vorming voor alle kinderen tot 16. "Dat wil zeggen dat alle kinderen een opleiding genieten waarbij de muren tussen ASO, TSO en BSO verdwijnen en alle kinderen zowel theoretische als praktische kennis aan te bieden tot hun 16 jaar." zegt Busselen. Pisa-onderzoek toont aan dat landen met dit polytechnische onderwijsmodel veel betere onderwijsresultaten behalen. Daarenboven zijn de verschillen tussen de resultaten van kansarme en kansrijke kinderen er kleiner.

De vrije schoolkeuze ( die in vergelijking met de meeste andere Europese landen nog zeer vrij is) wil PVDA ook op de discussietafel leggen. Het werken met een systeem van schooltoewijzing, zoals in Finland of Noorwegen is volgens de linkse partij de beste garantie voor een echte sociale mix en tegen de tegenstelling van de zogenaamde "witte" en "zwarte" scholen. Pisa-onderzoek toont ook aan dat landen met een strak inschrijvingsbeleid betere onderwijsresulaten behalen. Daarenboven zijn de verschillen tussen de resultaten van kansarme en kansrijke kinderen er kleiner.

De massale bouw van scholen wil ook zeggen dat er meer leerkrachten zullen worden aangeworven en dat er dus meer leerkrachten afstuderen. En daar wringt al jaren het schoentje. Eén op drie van de Brusselse leerkrachten geeft er na 5 jaar de brui aan. "Leerkracht zijn in de specifieke Brusselse context, met meer taalbarrières, met meer kansarmoede of waar vele kinderen frustraties opbouwen en uiteindelijk verglijden in schoolmoeheid is eenvoudigweg niet evident. Er moet dus worden ingezet op de kwaliteit van het lerarenberoep." zegt Busselen. "Een homogenisering van de scholen kan hierin een positieve rol spelen, maar is onvoldoende. Er moet dringend werk gemaakt worden van de ontlasting van administratieve taken." zegt Busselen. "Leerkrachten moeten terug leerkracht kunnen zijn. Het overdragen van kennis en vaardigheden moet opnieuw centraal staan. Administratieve en psycho-sociale taken, nu nog te vaak in het bakje van de leerkrachten, komen best in handen van professionnals." Deze professionals werken best permanent op de scholen. Verder wil PVDA dringend werk maken van kleinere klassen. Onderzoek wijst uit dat zowel kanstrijke als kansarme kinderen beter vooruitgaan in kleinere groepen. Tenslotte speelt de gelijkschakeling van de loonkloof tussen leerkrachten kleuter- lager en secundair onderwijs ook een rol.

"Het is belangrijk dat bovengenoemde maatregelen gelijktijdig ingevoerd worden." zegt Busselen. "Vaak werd er in het verleden te veel ingezet op één of andere maatregel, zonder een globale benadering van de problematiek. Het is enkel door een evenwichtige en globale aanpak dat er echte vooruitgang kan worden geboekt, zodat alle kinderen, arm en rijk evenveel doorgroeikansen hebben in het onderwijs." sluit Busselen af.