Skip to content

De relativiteit van de strijd tegen discriminatie

Bart De Wever verklaarde recentelijk dat racisme een “relatief” begrip is dat te vaak wordt gebruikt als excuus voor persoonlijk falen. Hij viseerde daarmee vooral de Marokkaanse gemeenschap en meer bepaald de Berbergemeenschap. De Wever is de voorzitter van de grootste politieke partij in België. Zijn uitlatingen zijn daarom niet ongevaarlijk en het doel is duidelijk: stigmatiseren, diaboliseren, haat en verdeeldheid zaaien onder de mensen.

De PVDA heeft deze uitlatingen erg snel veroordeeld. Want De Wever niet veroordelen is groen licht geven aan al degenen die discrimineren en zo de wet overtreden. In het federaal parlement heeft Raoul Hedebouw de verklaringen van De Wever aangeklaagd (zie http://pvda.be/artikels/hedebouw-tegen-de-premier-u-verdoezelt-racistische-uitspraken). In Brussel zal de PVDA de Brusselse regering hierover interpelleren.

Wij vragen de regering in een hogere versnelling te schakelen en zich te onderscheiden door een positieve aanpak van de verdediging van de rechten van alle Brusselse burgers. Discriminatie is onwettig en leidt tot uitsluiting en armoede. De Brusselaars, net als alle inwoners van België, verdienen hiertegen beschermd te worden. De tijd van verontwaardiging is voorbij. Tegenover discriminatie moet men kamp kiezen. Welke kant zal de Brusselse regering kiezen? Die van de slachtoffers? Of die van degenen die vinden dat racisme relatief is?

Brussel is een multi-etnische stad, met meer dan 33% mensen van buitenlandse oorsprong. Honderden studies tonen aan dat er in België geen sprake is van gelijkheid en dat discriminatie een feit is. Meten, sensibiliseren en vormen volstaat duidelijk niet. 54% van de mensen met Marokkaanse roots leven onder de armoedegrens. Dat geldt ook voor 33% van de mensen van Turkse oorsprong, voor 36% van de burgers afkomstig uit Oost-Europa en voor... 12% van de mensen van Belgisch origine. Aan hele groepen mensen wordt de toegang tot werk door discriminatie geblokkeerd, wat het zeer moeilijk maakt uit de armoede te geraken. We hebben het dan nog niet eens over de loondiscriminatie (gemiddeld 25%). Eén bedrijf op drie discrimineert en op de huurmarkt wordt één huurder op drie gediscrimineerd.

Discriminatie kwetst. Ze ontzegt onze jongeren hun toekomst. Ze maakt dat mensen hun volledig potentieel niet kunnen ontplooien. Ze kwetst individuen, maar ook de maatschappij in haar geheel. Ze zaait twijfel. Mensen beginnen vragen zich af of het samenleven eigenlijk wel mogelijk is... Discriminatie creëert wantrouwen in de instellingen. Hollandse minderhedenorganisaties onderstrepen dat het vertrouwen van niet-westerse migranten in de democratische rechtsstaat zwaar op de proef gesteld wordt door discriminerende praktijken. Dat draagt bij tot het ontstaan van een voedingsbodem voor de ontwikkeling van (religieus en/of rechts) extremisme.

De overheid erkent het bestaan van discriminatie bij de aanwerving, maar ze beperkt zich tot overtuigingswerk ten opzichte van de werkgevers. De Brusselse regering heeft zich bijv. tot doel gesteld Brusselse bedrijven economisch te belonen wanneer deze mensen uit achtergestelde wijken aanwerven. Door zich te beperken tot beloningen bekampt men natuurlijk niet degenen die wel discrimineren. In Gent werd nochtans groen licht gegeven voor praktijktests, ondanks de stevige tegenkanting vanwege de N-VA. In Vlaanderen wordt er stevig over gedebatteerd. Minister van Werk Kris Peeters onderstreepte dat indien er ondanks preventie, sensibilisering en zelfregulering nog steeds sprake is van discriminatie, “dan moeten we ingrijpen met bijvoorbeeld de techniek van mystery calls”.

Het FAVV organiseert jaarlijks 120.000 controlemissies voor de voedselveiligheid. Waarom is het dan ondenkbaar dat enkele honderden inspecteurs enkele duizenden praktijktests zouden opzetten? Systematische gelijkheidsinspecties kunnen de problemen op de arbeidsmarkt, in het onderwijs, de huurmarkt of in discotheken zichtbaar maken. Men kan sancties voorzien, zoals in Nederland: boetes of de (al dan niet tijdelijke) intrekking van vergunningen of contracten met de overheid.

De PVDA stelt de oprichting van een Gelijkheidsagentschap voor dat verantwoordelijk moet zijn voor deze inspecties en praktijktests. Het wordt tijd dat we terug hoop en perspectief geven aan al deze jongeren en families die deze realiteit al veel te lang ondergaan. Dat we hen het gevoel geven dat ze er ook bij horen.

Wij hopen dat de Brusselse regering ons voorstel zal onderschrijven. En dat de beloning voor degenen die niet discrimineren zal vervolledigd worden met een werkelijke strijd tegen diegenen die wel discrimineren. Pas vanaf dat moment zullen we in Brussel het stadium van de verontwaardiging en de relativiteit van de strijd tegen discriminatie kunnen overstijgen.