Skip to content

"Wij bemerken geen enkele wil om iets te doen aan de sociale noodsituatie in Brussel"

Vorige week, bij de start van het nieuwe werkjaar, stelde de Brusselse regering haar algemene beleidsverklaring voor. "Wij hebben de algemene beleidsverklaring gehoord. Men spreekt met geen woord over de strijd tegen de armoede. Men spreekt over veel ambitie, maar zeker en vast niet over de ambitie iets te doen aan de sociale noodsituatie waarin vele Brusselaars vandaag verkeren", reageert Michaël Verbauwhede, fractievoorzitter van de PVDA*PTB in het Brussels parlement.

"Over welke noodsituatie heb ik het?", gaat de jonge volksvertegenwoordiger verder. Over de 44.000 gezinnen die op de wachtlijst voor een sociale woning staan, over de 110.000 mensen die een job zoeken in Brussel, over een derde van de Brusselse kinderen die in armoede leven, over de duizenden mensen die vanaf januari 2015 zullen worden uitgesloten van het recht op een werkloosheidsuitkering (ten gevolge van de hervormingen van de regering Di Rupo).

U spreekt over een hergeboorte van onze regio, maar wij lezen dezelfde oude recepten. Van deze recepten is al bewezen dat ze niet werken wat het oplossen van de problemen van onze bevolking betreft. Zoals volksvertegenwoordiger en dokter Claire Geraets reeds zei, zien we de laatste tijd heel wat mobilisaties tegen de armoede, in Brussel, Antwerpen, Namen en andere steden in ons land. Dit toont dat de noodsituatie hoe langer hoe meer verergert."

"Stop alstublieft met te stellen dat men jobs gaat creëren door cadeaus te geven aan de bedrijven"

De start van het Brussels parlementair jaar ging gepaard met een eerste bijeenkomst. Een bijeenkomst van het Brussels netwerk van werklozencomités (RBC, Réseau Bruxellois des Comités de chômeurs/ses). Het netwerk vroeg aan alle partijen een standpunt in te nemen over de onzekere jobs en stages en over de uitsluiting van duizenden werklozen van het recht op een uitkering vanaf 1 januari 2015. Op deze bijeenkomst ontmoetten we Fatima, een jonge Brusselse vrouw. Vorig jaar liep Fatima stage (instapstage) in het kader van de 'Jongerengarantie'. Ze getuigde: "De bazen van Euroclean betaalden me 200 euro per maand voor een job die niets te maken had met de job waarvoor ik opgeleid moest worden tijdens mijn stage. Terwijl ik schoonmaakwerk deed, werd in mijn plaats een studente aangeworven. Dit is pure uitbuiting. Ik heb mijn gezondheid in gevaar gebracht."

Op het moment waarop Fatima buiten voor het parlement het woord nam, pochte minister-president Rudi Vervoort over de resultaten van de Jongerengarantie en de bedrijfsstages en stelde hij dat hij in dezelfde richting verder zou gaan. Een schok tussen twee realiteiten. De realiteit van de regering die vastberaden is als enige toekomst voor de jongeren onzekere stages aan te bieden, die slechts 200 eurokosten aan de werkgever, en aan de andere kant de Brusselse jongeren zoals Fatima, die dit niet meer willen.

"We vernemen dat de regering een 'business-friendly' administratie wil, maar wij hopen vooral op een 'Brusselaars-friendly' beleid. Men moet stoppen met te geloven dat men stabiele jobs gaat creëren door cadeaus te geven aan de bedrijven zonder daarvoor echte garanties op jobs in ruil te vragen", voegt Michaël Verbauwhede toe.

In de beleidsverklaring lezen we evenmin iets over de maatregelen die de regering in het kader van haar nieuwe competenties zal nemen tegen de jacht op de werklozen.

Huisvesting: de regering gaat door met een beleid van mislukking en berusting

Mathilde El Bakri begon haar tussenkomst met een vaststelling: "Ik heb uw beleidsverklaring gelezen met de Brusselse gezinnen in mijn achterhoofd. Ik vroeg me af wat zij zouden denken van uw huisvestingsbeleid. Ik stel een enorme kloof vast tussen wat u ambitieuze doelstellingen noemt en de dringende noden van deze gezinnen. U wijdt slechts anderhalve pagina van uw beleidsverklaring aan de huisvestingsproblematiek. Wanneer men weet dat 44.000 Brusselse gezinnen zijn ingeschreven op een wachtlijst voor een sociale woning, dan is anderhalve pagina voor 44.000 gezinnen zelfs geen woord per gezin." De jonge volksvertegenwoordigster van de PVDA*PTB herinnert eraan dat de 6.500 publieke woningen voorzien in de verklaring (tot in 2019) helemaal niet voldoen. "Er bestaan positieve voorbeelden in Europa die aantonen dat de bouw van sociale woningen de huurprijzen doet dalen. In Wenen en in Amsterdam beschikt men over meer dan 35 % publieke woningen. Daarom stelt de PVDA*PTB een ambitieus plan voor de creatie van 50.000 kwaliteitsvolle sociale woningen voor. Daarmee behaalt men 20% sociale woningen in Brussel, kunnen de huurprijzen dalen en kan men beantwoorden aan de noden van de 44.000 gezinnen op de wachtlijst."

Mathilde El Bakri verbaast zich eveneens over de afwezigheid van voorstellen rond de omkadering van de huurprijzen. "De Regio heeft een lege bladzijde voor zich liggen wat het wetgevend kader voor de omkadering of blokkering van de huurprijzen betreft. Maar u heeft nochtans niets voorzien om de prijzen in de hand te houden. Dat toont aan dat u deze lege bladzijde volledig wil laten beschrijven door de privé. Dat is de mislukking toegeven in het Brussels beleid van 'een woning voor iedereen'."

Fiscaliteit in Brussel: "Men is het beu de broeksriem aan te trekken"

"In uw beleidsverklaring garandeert u dat er geen extra taksen komen, noch een verhoging van de bestaande taksen. De PVDA*PTB verheugt zich hierover», vangt Mathilde El Bakri aan. "Enkele dagen geleden sprak ik met een patiënte van mijn dokterspraktijk. Ik zei tegen haar: «Beu de broeksriem aan te trekken!" Weet u wat ze mij antwoordde? «De broeksriem aantrekken? We hebben geen broeksriem meer om aan te halen, nu trekken we onze maag samen." Wanneer we aan deze mensen denken, worden we bij de PVDA*PTB achterdochtig bij het horen dat u, bijvoorbeeld betreffende de netheid in Brussel, de 'responsabilisering van de burgers' linkt aan het dreigen met boetes. Deze boetes zijn een verborgen taks om de kas van de Regio te spijzen."

Volgens de PVDA*PTB moet men het geld gaan halen waar het zit.

"Daarom willen wij een aantal taksen voor de grote bedrijven herinvoeren (zoals de taks op de motorkracht die in 1997 is weggevallen, of de taks op materiaal en werktuigen, die in 2005 wegviel).”

"Een laatste voorstel van de PVDA*PTB dat ik u wil voorleggen”, gaat Mathilde El Bakri verder, “is het progressief maken van de onroerende voorheffing, zodat de 3% eigenaars die 20% van de huurmarkt bezitten, ook bijdragen. Ik heb het hier dus wel degelijk over de multi-verhuurders en niet over de kleine eigenaars die het nu al moeilijk hebben hun lening aan de bank terug te betalen.

Een fiscale hervorming dus? Met plezier! Maar enkel en alleen wanneer de sterkste schouders mee de lasten dragen.”

"Mobiliteit voor wie?"

"Brussel staat bekend een van de steden te zijn met de meeste files in heel Europa. Nochtans vinden we in uw beleidsverklaring niets terug over het verhogen van de frequentie van het openbaar vervoer”, stelt Youssef Handichi, Brussels volksvertegenwoordiger voor de PVDA*PTB en vroeger buschauffeur bij de MIVB. “Mensen zullen hun auto pas beginnen laten wanneer ze niet meer als sardines op mekaar gepakt zitten en wanneer het openbaar vervoer comfortabel en snel is. Zonder een ambitieus plan voor de frequentieverhoging zal u de verkeersontlasting van de stad niet bevorderen.”

"Hoe kunnen we nu spreken over kwaliteitsvolle mobiliteit in Brussel wanneer de tarieven van het openbaar vervoer met 10% stegen tussen 2011 en 2014? Dat is een stuk meer dan de gewone indexatie. Over welke kwaliteit heeft u het wanneer het openbaar vervoer niet meer gratis is voor onze 65-plussers? Over welke kwaliteit heeft u het wanneer er portieken zijn die de onveiligheid in de hand werken en geld kosten?”, ging Youssef Handichi verder. «In tegendeel, geen woord in uw beleidsverklaring over een daling van de prijs van de tickets bij de MIVB, geen woord over de wil om het openbaar vervoer toegankelijker te maken voor iedereen, zoals de PVDA*PTB dat vraagt. De PVDA*PTB is natuurlijk te vinden voor het te voet gaan, maar we willen niet dat dit zich enkel zou beperken tot de mensen die zich geen openbaar vervoer kunnen veroorloven”, besloot Youssef Handichi.

De beperking van de ophaling van de witte vuilniszak: “Leeft mevrouw Laanan in dezelfde realiteit als wij?”

Youssef Handichi kwam eveneens terug op het plan van Minister Laanan om de ophaling van de witte vuilniszakken te beperken tot één ophaling per week. "Wanneer, zoals mevrouw Laanan zelf zei, de Brusselaars en vooral de gezinnen, geen plaats hebben om hun gele en blauwe zakken te stockeren, hoe zouden ze dan wel plaats hebben om de witte zakken een hele week te stockeren? Deze maatregelen gaan de situatie vooral verergeren”, stelt Youssef Handichi aan de kaak. “Er zal meer zwerfvuil opduiken en er zullen meer kleine zakjes in de openbare vuilbakken terecht komen.”

"En wanneer de minister-president het heeft over de responsabilisering van de burgers zien wij een verdoken manier om de Brusselaars met de schuld op te schepen. De PVDA*PTB verdedigt een heel andere logica, zelfs de omgekeerde logica, waarbij men meer investeert in de openbare dienstverlening, waar stabiele jobs kunnen gecreëerd worden, in plaats van de dienstverlening af te bouwen. Door het verhogen van de frequentie van de vuilnisomhalingen, door systematische ophaling van het groot vuil zal de netheid verbeteren, en niet door het beperken daarvan en dan de burgers te bedreigen met straffen”, besluit Youssef Handichi over dit onderwerp.