Skip to content

'Draaimolen-jobs': de Brusselse regering gaat door en tekent voor de uitverkoop van onze jongeren

Op donderdag 25 juni werd in het Brussels Parlement gedebatteerd over een ordonnantie die de voorwaarden versoepelt voor de onderbetaalde stages (866€/maand) van de 'Jongerengarantie'. “Deze stages zijn geen oplossing voor het probleem van de werkloosheid in Brussel”, legt volksvertegenwoordiger van de PVDA*PTB Michael Verbauwhede uit. “Het is integendeel een instrument dat zal dienen om de bestaande vaste jobs te ondermijnen en onze jongeren voor een prikje in de aanbieding te zetten. Zoiets kunnen wij geen toekomst voor onze jongeren noemen! Wij verzetten ons tegen deze stages en de manipulatie van de regering.” Er zit geen enkele garantie aan minimale sociale voorwaarden voor de stagiairs in de ordonnantie. De meerderheid verwierp zelfs de amendementen van de PVDA*PTB op de tekst. Deze amendementen vroegen dat de stagiairs volgens de barema's van de sector zouden betaald worden en dat de stages geen arbeidsvernietigende situaties zouden creëren.

Het systeem van de 'instapstages in een onderneming' wordt actief gepromoot door de Brusselse regering. Het dient officieel om werkzoekenden die net hun studies hebben afgerond en in de beroepsinschakelingstijd zitten te helpen met “het aanleren van een beroep” en “een eerste vormende ervaring op te doen”. De stagiairs worden aangeworven voor een duur van 3 tot 6 maanden en krijgen 866€ per maand betaald, waarvan de werkgever slechts 200€ betaalt. De 666 resterende euros worden door de gemeenschap betaald via de RVA. “Dat wil zeggen dat deze stagiairs voor de werkgevers beschikbaar zijn voor minder dan 1,3€ per uur”, legt Michaël Verbauwhede uit. “Dat is ongeveer 10 keer goedkoper dan een gewone werknemer en daar staat geen enkele serieuze garantie vanwege de werkgever tegenover. Zo is de werkgever na de 'stage' niet verplicht de jongere aan te werven.” De voorbeelden zijn sprekend. De firma Blokker (die zeer goed boert met een winst van 9,9 miljoen EUR in België) werft 22 stagiairs aan voor “vakkenvuller/kassa/stockbeheer/schoonmaak”. Een ander bedrijf werft een 'stagiair' aan voor het “verspreiden van busfolders”. Michael Verbauwhede: “Laten we even serieus zijn; het gaat om jobs die vervangen worden door onderbetaalde stages, voor 75% gefinancierd door de gemeenschap. Dat is onaanvaardbaar.” Sommige vakbondsdelegaties hebben dit goed begrepen en verzetten zich tegen de introductie van dit mechanisme in hun bedrijf. “Dat de minister maar eens uitlegt welke opleiding men krijgt en welke competenties men verwerft door het uitdelen van busfolders gedurende 6 maanden”, argumenteert Michaël Verbauwhede. “De jongeren zijn geen “job aan het leren” zoals minister Gosuin (FDF) het stelt. Ze zijn gewoon een normale job aan het doen, maar waarvoor ze wel onderbetaald zijn. Dit zijn werkplaatsen die in de solden gezet worden. Binnen de Brusselse context van 1 job voor 10 werkzoekenden hebben de jongeren weinig keuze.”

De berekening is snel gemaakt. Wanneer men de stagiaire vergelijkt met een werknemer die aangeworven werd conform het arbeidsrecht, moet men vaststellen dat de enige die hieraan wint de werkgever is. Aan de kant van de verliezers zitten de jongeren, de Staat (geen inkomsten PB) en de Sociale Zekerheid (betaalt 75 % van de uitkering en krijgt geen inkomsten via sociale bijdragen).

De Brusselse meerderheid bevestigt ten volle dat de werkgevers op 'jongeren-koopjesjacht' kunnen gaan. Ze heeft namelijk de amendementen van de PVDA*PTB voor een minimum aan sociale voorwaarden in de ordonnantie verworpen. Michaël Verbauwhede: “Het ging tevens om de vraag van de actoren op het terrein. We dienden deze amendementen in opdat er een minimum aan omkadering in de ordonnantie zou zitten. We vroegen dat alle stages zouden vergoed worden volgens de gangbare barema's binnen het bedrijf en ten laste van het bedrijf. We vroegen ook een aanwerving van dezelfde duur als de stage.” “Om te vermijden dat deze stages vaste jobs zouden gaan vervangen, vroegen we eveneens dat elke stageplaats voorafgaandelijk ter akkoord zou voorgelegd worden aan de vakbondsorganisaties”, gaat Verbauwhede verder.

“De regering wil dit mechanisme nóg verder uitbreiden. Ze stelt dat deze onderbetaalde stages beter zijn dan niks. Wij denken daarentegen dat deze zogezegde stages de vaste jobs vernietigen en 'draaimolen-jobs' zullen zijn voor de jongeren. De publieke fondsen die aan deze bedrijven (soms multinationals) gegeven worden zouden beter gebruikt worden om openbare jobs in het belang van de gemeenschap te creëren. De noden zijn groot: in de crèches, de rust- en verzorgingstehuizen, de bibliotheken, ... Er zijn bijvoorbeeld ook opvoeders, buschauffeurs, straatvegers nodig”, besluit Michaël Verbauwhede, Brussels volksvertegenwoordiger voor de PVDA*PTB.