Skip to content

Covid-commissie: De PVDA denkt dat de meerderheid de waarheid vreest

Covid-commissie: De PVDA denkt dat de meerderheid de waarheid vreest

De covid-commissie is nog maar net begonnen in het Brussels Parlement en de PVDA vraagt zich nu al af wat we er echt uit gaan leren, want de meerderheid lijkt bang te zijn voor het debat en zich achter de andere regeringen te verschuilen. Een korte terugblik op de eerste zittingen van de commissie.

De aard zelf van deze commissie is het eerste merkwaardige dat opvalt", zegt Françoise De Smedt, PVDA-fractieleidster in het Brussels Parlement en lid van de covid-commissie. "Wij hadden erop aangedrongen dat het Parlement een onderzoekscommissie zou instellen, waardoor we dieper kunnen graven en over alle noodzakelijke documenten beschikken. Maar de meerderheid heeft ons dat geweigerd, zonder geldige reden. Het gaf ons meteen het gevoel dat de regering bang was voor wat we zouden kunnen vinden."

En dat geldt ook voor het voorwerp van de commissie", vervolgt ze. "We hadden gevraagd om speciale aandacht aan de rusthuizen te besteden. En dat dit duidelijk zou worden vermeld in de wettekst die de krijtlijnen van de commissie vastlegt. Ook dat werd ons geweigerd. En tot slot zal, ondanks onze verzoeken, slechts één dag van de hoorzittingen (van de tien in totaal) aan deze sector worden gewijd. Wij vinden dat onaanvaardbaar, als men weet hoe zwaar de rusthuizen door de crisis zijn getroffen. Ze hadden in het middelpunt van de covid-commissie moeten staan. Vooral in Brussel. De meerderheid verdoezelt de zaken door te veel verschillende onderwerpen te bespreken."

Die weigeringen zijn niet de enige redenen waarom de PVDA boos is: "Toen we de volgorde van de sprekers bespraken, vroegen we specifiek om eerst en vooral de mensen van het terrein te horen. Zij hebben de crisis vanop de eerste rij meegemaakt, zij stonden het dichtst bij de zieken en hebben de tekortkomingen van de autoriteiten aan den lijve ondervonden. Maar de beslissing van de commissie is heel anders: we zullen eerst de ministers en administraties horen. Dat lijkt ons niet logisch. De commissie in het Vlaams Parlement begon met de werknemers te horen, maar in Brussel gaat dat blijkbaar niet.

En wat moeten we denken over de vaagheid om vakbondsafgevaardigden van de sector te horen? Zij zouden als eerste moeten worden gehoord. En ondanks onze vraag zullen de vakbonden pas op het eind van de rit gehoord worden, en we weten niet eens welke sector het woord zal krijgen. Wij vrezen dat de commissie niet de nodige tijd zal besteden aan deze hoorzittingen, die nochtans van essentieel belang zijn om te begrijpen wat er op het terrein is gebeurd en om aanbevelingen te kunnen doen".

Tot besluit: "We hebben vanaf het begin gezegd dat de meerderheid probeert het beheer van de gezondheidscrisis te verdoezelen. En dat blijkt al bij de start van de commissie. Precies daarom vroegen we om een onderzoekscommissie om de waarheid te achterhalen, en dat zullen we blijven doen."