Skip to content

Michaël Verbauwhede (PVDA): “de regering zet de jonge Brusselaars in de uitverkoop met slecht betaalde stages”

Donderdag 23 oktober verdedigde de Brusselse minister van tewerkstelling Didier Gosuin (FDF) een politiek van de Brusselse regering om onderbetaalde stages te gebruiken als instrument tegen de jeugdwerkloosheid. Dit “om de jongeren te leren ’s morgens op te staan”. Michaël Verbauwhede, PVDA-volksvertegenwoordiger reageert hierop: «Men moet stoppen met de jongeren te beschuldigen en hen verantwoordelijk te houden voor slechte politieke keuzes.”

Bij het begin van het politieke jaar had de Brusselse regering fier aangekondigd de ingeslagen weg van de vorige legislatuur verder te willen volgen inzake de “jongerengarantie” en de overgangsstages. Minister van tewerkstelling, Didier Gosuin, gaf hiervoor het argument dat dit “de jongeren zal helpen ‘s morgens op te staan”. PVDA-volksvertegenwoordiger Michaël Verbauwhede interpelleerde de minister en vroeg een wijziging van deze oriëntatie. “Deze stages zijn onderbetaalde jobs die als een negatieve spiraal werken voor de werkomstandigheden. Zo zet men de Brusselse jongeren in de uitverkoop.” Hij verwees hierbij naar de getuigenis van de jonge Brusselse Fatima. In het kader van de “jongerengarantie” die haar een opleiding als bediende moest bieden, kreeg ze een job als kuisvrouw toebedeeld, met een loon van 800 EUR per maand. “Ik denk niet het probleem van de jeugdwerkloosheid erin bestaat dat jongeren 's morgens niet zouden kunnen opstaan. Men moet stoppen met de jongeren te beschuldigen en hen verantwoordelijk te houden voor slechte politieke keuzes”, voegde Michaël Verbauwhede daaraan toe.

De PVDA volksvertegenwoordiger verwees ook naar de vele voorbeelden zoals dat van Fatima om te stellen dat de grote bedrijven deze stages gebruiken zonder zich zorgen te maken over de vorming van jongeren of perspectief op duurzaam werk. Wat voor hen telt is dat het over zeer laag betaalde jobs gaat. Zelf betalen ze slechts 200 € per maand. Dat is minder dan 1,6 € per uur. De rest van het magere loon dat deze stagiaires krijgen (ongeveer 800 €) wordt betaald door de gemeenschap. “Het is niet met dergelijke laag betaalde stages aan 800 € per maand -grotendeels betaald door de gemeenschap- dat u terug hoop gaat geven aan de Brusselse jeugd”, zei Michaël Verbauwhede. “Met deze stages zet de regering de Brusselse jongeren gewoon in de uitverkoop. Het is altijd dezelfde logica van de “competitiviteit” die ertoe leidt cadeaus te geven aan de bedrijven zonder enig tegengebaar. Het is ook veelzeggend dat de MR de regering feliciteert met haar programma van “jongerengarantie” als een bijdrage tot de “strijd voor de competitiviteit” die de federale regering wil voeren. Een logica die ons met de kop tegen de muur doet lopen. De promotie van Actiris die het fier heeft over “een jongere aan 200€ per maand”, toont dit wel uitdrukkelijk aan” (zie foto hieronder).

De PVDA eist dat deze tewerkstellingspolitiek wordt geheroriënteerd naar een schepping van jobs bij de overheid, met name in de non-profitsector. “Juist in deze sectoren zijn er enorme noden in Brussel: crèches, bouw en renovatie van sociale woningen of onderwijs, om er maar enkele op te noemen. Maar deze sectoren zijn ook de enige die perspectief bieden op een stabiele en correct betaalde job. Temeer omdat de tewerkstelling in de openbare sector helemaal afwezig is in uw regeringsverklaring. Wat de tewerkstelling in de non-profit betreft: die dreigt u juist te verzwakken door de hervorming van het GESCO-systeem” besloot Michaël Verbauwhede.

Volledige interventie van Michael Verbauwhede in de commissie tewerkstelling, 23 oktober 2014

Tewerkstelling en vooral tewerkstelling van jongeren zijn prioritaire onderwerpen, zeker in Brussel. In onze stad zijn gemiddeld 30% van de jongeren werkloos, in sommige gemeenten is het zelfs 35%. Tijdens de actie van het Brussels netwerk van werklozengroeperingen vorige week aan het parlement, hoorden we de getuigenis van een jonge Brussels vrouw, Fatima. Daar spraken we vorige week al over. Maar het loont de moeite om hier op terug te komen, want het is een perfecte illustratie van wat we zeggen over de “jongerengarantie”. Fatima legde uit hoe het grote schoonmaakbedrijf Euroclean jonge stagiaires van het programma “jongerengarantie” gebruikt als wegwerpwerknemers voor werk dat niet in hun contract staat, en dit zonder de veiligheidsregels in acht te nemen en zonder enige manier van vorming. Dat geeft goed de onzekere voorwaarden weer waarin de stagiaires moeten werken en het misbruik dat grote bedrijven als Euroclean, Carrefour, Delhaize en anderen van dit systeem maken. In deze bedrijven verdrijft het slecht werk (of beter: de slechte stages) de echte tewerkstelling weg, veroorzaakt het concurrentie en een negatieve spiraal inzake de werkomstandigheden. Zonder enig voordeel voor de jongeren. En in de meerderheid van de gevallen is er geen enkel perspectief op vast werk. En dat alles voor een recordbedrag van 200 € per maand voor het bedrijf. Dat komt neer op een loonkost van minder dan 1,6 EUR per uur(!). Want deze onderbetaalde stagiaires (iets meer dan 800 EUR per maand) worden nog eens voor drie vierden door de gemeenschap betaald.

Op hetzelfde ogenblik dat we Fatima ontmoetten (samen met vertegenwoordigers van de meeste hier aanwezige politieke partijen), bewierookte de minister-president de resultaten van het programma van de “jongerengarantie” en kondigde hij in zijn algemene beleidsverklaring aan de ingeslagen weg verder te willen volgen. De heer Vervoort kon er niet aan weerstaan te onderstrepen dat de Brusselse Regio door de Europese commissie werd geciteerd als een voorbeeld. Het is in elk geval duidelijk dat er tussen de verwachtingen van de jongeren enerzijds en de politiek van de Brusselse regering anderzijds er een volledige breuk bestaat. En dat de maatregelen die jullie nemen (stages of carrouseljobs), niet in staat zullen zijn “de hoop van onze jeugd terug te geven”…

We zijn trouwens niet de enigen die kritieken formuleren. Naast het Brussels netwerk van werklozenorganisaties zijn er ook de jeugdwerkingen en de vakbondsorganisaties. Onlangs nam de Franstalige Jeugdraad (Conseil de la Jeunesse francophone) het initiatief een Comité Voor Werk (CVW) op te richten. Er zijn meer dan 40 verenigingen lid van, waaronder de jongerenorganisaties van de vakbonden, studentenorganisaties, de koepel van jeugdhuizen, wijkwerkingen en verschillende politieke jongerenorganisaties.

In haar manifest zegt het CVW duidelijk dat de stages kwaliteitsvolle stages moeten zijn: “Een echte stap in de opbouw van een beroepsloopbaan, “correct betaald (…) boven de armoedegrens”. Er kan geen sprake zijn van “het veralgemenen van slecht betaalde stages van korte duur” en op die manier “sociale dumping” te organiseren. Onlangs nog heeft het CVW verklaard: “Tientallen organisaties uit het verenigingsleven hebben herinnerd aan de Europese aanbeveling in 2013 over de ‘jongerengarantie’: De verplichting om heel de sector van de jongerenwerking te betrekken bij een overleg over de verdeling van de Europese middelen. Daar is niets van in huis gekomen en de belangrijkste maatregel, de overgangsstage in de bedrijven, dreigt de jongeren nog meer in de armoede te duwen en hen aan de werkgevers voor een appel en een peer aan te bieden.”

Met de PVDA vragen we dus van de minister en van de Brusselse regering :

Een echte evaluatie van het mechanisme. Gezien de elementen die ik zonet aanbracht is dit meer dan hoog tijd hiervoor.

We vragen ook een echt overleg over tewerkstelling te organiseren, niet enkel met de vakbonden maar ook de sector van het verenigingsleven en de jeugd. Waarom werd dit tot nu toe niet ernstig aangepakt? Wij menen dat het echt nodig is dat de Brusselse regering getuigenissen als deze van Fatima kan horen.

Tot slot vragen we de hele tewerkstellingspolitiek met de stages en de “jongerengarantie” te herzien. En eerder in te zetten op het scheppen van banen in de openbare sector, meer bepaald in de non-profitsector, waar de noden in Brussel enorm zijn (crèches, bouw en renovatie van sociale woningen, onderwijs, enzoverder…) en waar de jongeren een perspectief krijgen op correct betaald en vast werk. Temeer daar de tewerkstelling in de openbare sector volledig afwezig is in de regeringsverklaring en dat de tewerkstelling in de non-profit dreigt afgezwakt te worden door de hervorming van het GESCO-systeem waar u het over had.