Skip to content

Uitkomst van de Uber Files: de traditionele partijen lieten de multinational zijn eigen wetten maken

Uitkomst van de Uber Files: de traditionele partijen lieten de multinational zijn eigen wetten maken

Vorig jaar bleek uit de onthullingen van klokkenluider Mark MacGann, een voormalige toplobbyist van Uber, hoe de multinational zich in Europa en de rest van de wereld wist te vestigen, vaak met behulp van illegale methoden. Dit werd mede mogelijk gemaakt doordat Uber steun kreeg van vooraanstaande politici, zoals de huidige Franse president Emmanuel Macron. Dichter bij huis zorgden de Uber Files dat voormalig minister van Mobiliteit Pascal Smet (Vooruit) in opspraak kwam, wat het Brussels Parlement noopte tot de oprichting van een bijzondere commissie om de feiten te onderzoeken. Ondanks maanden van hoorzittingen en veel onzekerheid is één ding duidelijk: alle traditionele partijen lieten Uber zijn gang gaan om zijn economische model van sociale dumping en deregulering op te leggen.

Uber, een wolf in schaapsvacht

Overal waar Uber voet aan wal zet, negeert de multinational doelbewust de wetgeving voor taxi's en personenvervoer, bijvoorbeeld betreffende sociale rechten. Het Amerikaanse bedrijf beweert geen transportbedrijf te zijn, maar slechts de uitbater van een digitaal platform dat klanten in contact brengt met privéchauffeurs. Volgens Uber zijn de chauffeurs zelfstandigen en geen werknemers van de multinational. Op die manier kunnen ze tal van kosten en verantwoordelijkheden vermijden, zoals socialezekerheidsbijdragen en afdracht van btw over de uitgevoerde ritten. Om deze redenen, en omdat Uber belasting kan ontwijken door zijn kapitaal naar belastingparadijzen te verplaatsen, kan het bedrijf zijn ritten tegen lagere prijzen aanbieden dan traditionele taxi's en hoopt het zijn uiteindelijke doel te bereiken: de concurrenten uitschakelen en de markt volledig monopoliseren.

Toen Uber zijn diensten wereldwijd lanceerde, was het bedrijf wel degelijk op de hoogte dat het deels illegaal handelde. In een e-mail uit 2014 geeft de communicatiemanager van Uber het toe: "Af en toe hebben we problemen omdat we simpelweg illegaal zijn". De onthullingen van klokkenluider MacGann tonen nu ook aan dat dit integraal deel uitmaakte van hun commerciële beleid. Tijdens de hoorzitting voor de bijzondere Uber commissie beschreef MacGann hoe de leidinggevenden van Uber deze strategie verduidelijkten voor de lobbyisten: "Vraag geen toestemming, ga ervoor! Alle middelen zijn goed". Uber zette zijn chauffeurs aan tot illegaal rijden. Als er een rechtszaak uit voortkwam, een boete of inbeslagname van de auto, betaalde Uber. Mark MacGann zei het zonder omwegen: "Het was net zo makkelijk als een kop koffie halen, we kregen 3,5 miljard van Saoedi-Arabië."

Had Uber zich net zo snel kunnen ontwikkelen indien het dezelfde regels had moeten naleven als de taxisector? Als we Uber zelf mogen geloven, luidt het antwoord nee: De regels omzeilen vormt de hoeksteen van de activiteit van het platform. In door Mark MacGann gelekte e-mails en sms-berichten spreken leidinggevenden over de dwingende noodzaak om de regelgeving voor taxi's aan te vechten. Dat is "van strategisch belang" voor het "vermogen van het bedrijf om zijn activiteiten te ontwikkelen". Om de markt te veroveren en de vruchten ervan te plukken is het dus van fundamenteel belang dat het de algemeen geldende verplichtingen kan negeren.

 

Een bijzondere commissie voor spek en bonen

Door de onthullingen in de pers over de Uber Files richtte het Brusselse Parlement in januari 2023 een bijzondere commissie UBER op die de invloed van Uber op de Brusselse taxiwetgeving moest onderzoeken. Voor de PVDA maakte de keuze van de traditionele partijen voor deze "bijzondere commissie" en geen "onderzoekscommissie" al duidelijk dat ze de zaken niet tot op het bot wilden uitzoeken. Met een bijzondere commissie kan men immers onmogelijk relevante documenten opeisen of mensen verplichten om te komen getuigen. Toch was dat nodig geweest, enerzijds om de exacte rol van voormalig Brussels minister van mobiliteit Pascal Smet (Vooruit) en Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) in deze zaak te achterhalen, en anderzijds om de praktijken van Uber volledig aan het licht te brengen.

Nadat verscheidene academische experts, vertegenwoordigers van de taxi-sector en de topmanagers van Uber en Heetch aan het woord kwamen, volgde de getuigenis van klokkenluider Mark MacGann. Hij legde klaar en duidelijk de interne praktijken van Uber uit in de periode dat het bedrijf actief werd in Brussel en hoe de multinational het zware geschut inzette om zich in onze hoofdstad te vestigen. Hun vestiging was roofzuchtig: Uber hield opzettelijk informatie achter voor de rechtbank, blokkeerde een lopend onderzoek, infiltreerde in de administratie, zette chauffeurs aan om illegaal te rijden, verzamelde miljarden aan fondsen om zich op te dringen... Ondanks deze vernietigende getuigenis komen alle traditionele partijen tot de volgende éénsgezinde conclusie na de werkzaamheden van de bijzondere commissie: "geen illegale of ongeoorloofde lobbypraktijken" van Uber.

 

De pro-Uber consensus van de traditionele partijen

De Uber Files lieten daarnaast ook zien dat Uber de steun genoot van politici en regeringspartijen in verschillende landen. De huidige Franse president Emmanuel Macron komt met naam en toenaam ter sprake in de "Uber Files" omdat hij geheime overeenkomsten sloot om de weg vrij te maken voor Uber in zijn land. Ook in Brussel kon Uber vanaf het begin rekenen op een sterke bondgenoot in de persoon van Pascal Smet, de toenmalige Brusselse minister van Mobiliteit. Op het hoogtepunt van het gevecht met de taxisector, hielp hij het Amerikaanse bedrijf bij diens communicatiebeheer. Het meest veelzeggend is echter het antwoord van Smet zelf op de hoorzitting van de bijzondere commissie van het Brusselse parlement: Op de vraag of hij vond dat hij de invloed had ondergaan van Uber-lobbyisten, antwoordde hij: "Ik had niet eens een lobby nodig om overtuigd te worden". Uit de, in de pers verschenen, mailcorrespondentie tussen MacGann en het kabinet Smet blijkt duidelijk de nauwe samenwerking tussen het bedrijf en de minister.

Vlak voor de presentatie van een door Smet voorgestelde nieuw taxiplan om de activiteiten van Uber te legaliseren, schrijft MacGann in een e-mail: "Pascal Smet belde om me te informeren over de openbare aankondigingen van morgen. Het taxiplan komt nagenoeg overeen met onze verwachtingen. [...] Hij wil niet dat we morgen té positief reageren". Met dit verzoek slaat Pascal Smet bij het legaliseren van Uber twee vliegen in één klap: geen electoraal gezichtsverlies én ook niet te veel gemor bij de traditionele taxisector.

In mei presenteerde de bijzondere commissie haar conclusies en aanbevelingen in een eindrapport. Zeer teleurstellend, maar niet verrassend, werden Uber, Pascal Smet en Rudi Vervoort vrijgesproken van alle aansprakelijkheid. Over dit rapport werd door bijna alle fracties achter gesloten deuren onderhandeld. De PVDA-volksvertegenwoordigers in het Brusselse Parlement weigerden deel te nemen aan deze achterkamertjespolitiek en meenden dat het uiterst belangrijk was dat dit debat ten allen tijde openbaar zou blijven.

Tijdens de hoorzitting zei Pascal Smet hierover iets heel zinnigs, toen hij eraan herinnerde dat alle traditionele partijen positief stonden tegenover de vestiging van Uber in Brussel. Vanaf het begin, dat klopt: de PVDA was de enige partij die zich hiertegen verzette. De traditionele partijen zijn allemaal medeplichtig aan de uberisering van de samenleving, waartegen werknemers in de taxisector al 8 jaar vechten. Ze stemden allen met veel enthousiasme in met de vestiging van een gewetenloze multinational, die ons model van sociale bescherming en onze verworven rechten ondermijnt en onzekere banen schept. Logischerwijs werden de voorstellen van de PVDA om de politieke transparantie te verbeteren en de invloed van multinationale lobby's op de Brusselse politiek tegen te gaan, allemaal verworpen door de traditionele partijen.

 

Als Uber wint, verliest de werkende klasse

De getuigenis en documenten van klokkenluider MacGann geven een uniek inzicht in de commerciële strategieën van de grote platformbedrijven en hun relaties met de traditionele politieke klasse. De strategie van Uber was heel eenvoudig: de wetgeving negeren, politieke chaos creëren en bij juridische problemen een leger advocaten inzetten. Zodra er genoeg chauffeurs rondrijden, kunnen ze worden gebruikt als politieke pasmunt. Gewapend met een kolossaal budget kon Uber de markt zo brutaal en snel mogelijk overnemen door ritten met verlies aan te bieden en grote beloften te maken aan de massaal aangeworven chauffeurs.

Uiteindelijk is de enige echte innovatie van Uber niet het digitale platform, maar bovenal de goedkopere arbeidskracht. Onder het mom van flexibiliteit, innovatie en digitale vooruitgang deed Uber een agressieve aanval op onze rechten en sociale verworvenheden. Tot op de dag van vandaag oefent Uber een neerwaartse druk uit op de Brusselse taxiwetgeving. Het bedrijf jan hiervoor rekenen op de steun van politici om zijn winstmodel door te drukken, gebaseerd op deregulering van de sector en de daarmee gepaard gaande sociale dumping. Waar Uber wint, verliest de werkende klasse.